Nieuwe media en ethiek: De Standaard Shop

De opkomst van nieuwe technologieën zet traditionele media op meerdere manieren onder druk. De krimpende krantenmarkt is daar een goed voorbeeld van. Het internet en nieuwe media wordt hiervoor vaak als grote oorzaak aangewezen. Waarom nog een krant kopen als je alles op het Internet of je Ipad kan vinden? De toenemende digitale concurrentie bezorgt de krantenmarkt dus zware tijden. Papieren media moeten steeds meer de prijzen verhogen of op zoek gaan naar nieuwe inkomsten om het hoofd boven water te houden. Naast het plaatsen van gewone advertenties worden er nieuwe inkomstbronnen aangeboord. Nemen we nu als voorbeeld De Standaard Shop bij de gelijknamige krant De Standaard (waar ik trouwens een abonnement op heb, maar dit geheel terzijde). De Standaard Shop is in feite een online webwinkel die bepaalde goederen (gaande van boeken tot reizen) verkoopt met promotionele acties waarvoor in dezelfde krant wordt geadverteerd. De Shop is eveneens eigendom van het Mediahuis, de uitgever van de Standaard. De krant De Standaard beschikt dus in feite over een eigen (weliswaar beperkte) onlinewinkel.

Nu wil het toeval dat ongeveer twee weken geleden de ombudsman van De Standaard, Tom Naegels, een interessant opiniestuk schreef over de bijhorende Standaard Shop. (http://www.standaard.be/cnt/dmf20141111_01369544). Wanneer er in de les gesproken werd over een nieuwe media-ethiek als gevolg van nieuwe technologieën, moest ik hier meteen aan terugdenken. Naegels had immers deontologische vragen bij de verkoop van het welbekende boek van de immers wereldvermaarde Franse econoom Thomas Piketty door de online shop. De kwestie situeerde zich volgens de ombudsman in het feit dat de krant het voorafgaande jaar enorm veel aandacht had besteed aan de econoom en zijn boek, proportioneel veel meer dan andere kranten, zo bleek. Daarenboven, en dat is volgens Naegels het grootste probleem, was de berichtgeving van de krantenredactie heel vaak uitermate positief over ’s mans werk. Naegels stelde dus terechte vragen bij het feit dat de krant producten verkoopt waarover de redactie positief berichtte. Daarbij komt nog dat het boek politiek-ideologisch niet helemaal ongevoelig ligt omdat het een zeer gevoelig thema betreft, namelijk ongelijkheid. Ook mede door de huidige politieke context in België kunnen bemerkingen worden gesteld bij de actie van De Standaard. Is dit nog wel neutraal? Brengt dit de journalistieke objectiviteit niet in het gedrang? En hoort een krant wel dit type van boeken te verkopen? Kortom, allemaal ethische vragen die gesteld kunnen worden bij deze actie. Dit voorval illustreert op een andere (veeleer indirecte) manier hoe nieuwe media kranten deontologisch onder druk kunnen zetten.

Hoewel De Standaard mijn favoriete krant is, vind ik hier net als Naegels dat ze hier wat uit de bocht is gegaan. Ze had er misschien beter aan gedaan om het boek niet te verkopen, om gewoonweg alle mogelijke conflicten met de journalistieke neutraliteit en geloofwaardigheid te vermijden. Het is dan ook geen neutraal boek, en heeft een zekere ideologische inslag. Mocht de Shop nu bijvoorbeeld de memoires van Dehaene verkopen, zou er mijns insziens veel meer protest te horen zijn. Hierbij speelt zeker het feit van de huidige politieke context, waarbij de linkse oppositie geregeld verwijst naar de Franse econoom om haar verhaal op te bouwen en de regering in diskrediet te brengen. In een stabielere politieke situatie had ikzelf er waarschijnlijk ook niet of minder zwaar aan getild.

Bronnen

T. Naegels, De verkoop van een rockster-econoom en zijn boek in De Standaard, 12.11.2014

Sociale media: goed of slecht?

“Sociale media zijn onvermijdelijk als communicatiemiddel, je kan er niet meer omheen”.

Tijdens de eerste les nieuwe media moest ik meteen terugdenken aan deze uitspraak die een journalist van De Tijd maakte toen ik hem interviewde. In het gesprek liet hij het niet na mezelf en een medestudent te benadrukken hoe belangrijk nieuwe media wel niet zijn geworden. Zeker voor het journalistieke métier zijn de veranderingen enorm, stelde hij. Logisch dus dat er een volledig vak wordt aan besteed in de opleiding Journalistiek, deze blog staat in teken van dit vak.

In welke zin zijn er dan enorme veranderingen, vroeg ik hem. Er wordt getwitterd dat het een lieve lust is, vertelde hij. ‘Op het internet en Facebook staat gewoonweg een karrevracht aan informatie, we worden er door overspoeld.’ Hierin zit meteen het grootste en meest gebruikte argument dat wordt aangehaald door felle verdedigers van sociale media, de utopisten of technologische optimisten. Ze stellen de technologische vooruitgang en nieuwe media voor als iets volkomen positief, hun vooruitgangsgeloof is enorm. Andere stemmen zijn daarentegen kritischer en vrezen dat de nieuwe technologieën de samenleving eerder negatief zullen beïnvloeden. Zij staan bekend als de Neo-Luddisten.

Het internet en nieuwe media hebben ongetwijfeld een grote invloed op de samenleving. Als voorbeeld vermeld ik graag als schaakliefhebber het recente wereldkampioenschap schaken. Op onderstaande foto zie je een grotendeels lege zaal, en dat op het wereldkampioenschap schaken!? Nog niet zo heel lang geleden zou de zaal steeds afgeladen vol moeten zitten. Waarom zijn er nu dan minder mensen? Ligt het aan het niveau? De reden is simpel: sociale media. De match wordt natuurlijk wel massaal gevolgd, maar wel steeds via het internet, zoals ikzelf ook doe. Op Facebook en Twitter regent het reacties, en woedt de discussie vaak volop. De utopisten zouden zeggen: ‘Zie je wel, enkel positieve gevolgen, gewoonweg iedereen kan de match online volgen terwijl men vroeger alles via de krant of televisie zou moeten vernemen’. Neo-luddisten zullen het dan weer akelig vinden, zo’n lege zaal. Ze zullen het verminderende sociaal contact in real life ten koste van het online gebeuren betreuren en eerder nostalgisch terugkijken naar de echte persoonlijke interactie in volle zaal.

Arabische Lente

Laten we het debat tussen optimisten en pessimisten eens toepassen op de case van de Arabische Lente. Clay Shirky is alvast een van de optimisten. Hij stelt dat het internet en sociale media zorgen voor de totstandkoming van een vrijere publieke sfeer waar iedereen toegang toe heeft en waar de overheid zich niet of amper kan in inmengen. Hij dicht de sociale media dan ook een cruciale rol toe als katalysator van de Arabische revoluties. Ze hebben het mogelijk gemaakt dat dissidente burgers zich online konden organiseren en via het internet allerlei initiatieven opzetten (Shirky, 2011). Een man die het niet eens was met Shirky’s redenering was Gladwell. Hij vindt dat er onmogelijk bewezen kan worden dat zonder de sociale media de revoluties niet zouden hebben plaatsgevonden. Volgens hem overschat Shirky de invloed van het internet in revoluties zoals die in Egypte enorm. Het actief zijn op Facebook is nog geen garantie voor effectief protest, zo luidt zijn argument. Hij vermeldt hierbij de term ‘clicktivism’ waarmee hij doelt op het feit dat mensen online misschien wel solidair zijn en protesteren door een simpele muisklik, maar dat ze niet verder zullen gaan dan dat. (Gladwell, 2011). Meer informatie over het debat tussen Shirky en Gladwell: http://www.wired.com/2011/12/gladwell-vs-shirky/all/

De stelling van Shirky werd alvast deels onderschreven door de Egyptische overheid zelf, die uit angst voor de opstanden ertoe besliste het internet volledig af te sluiten, zo zien we op onderstaande grafiek. Het is alvast een bewijs voor het belang die het internet in de revolutie speelde.

Een grafiek van het internet verbruik in Egypte. Aanleiding voor het afsluiten van het internet is het uitkomen van deze video (waarschuwing schokkend). Hierin is te zien hoe een protesterende man wordt neergeschoten door de oproerpolitie terwijl hij geen dreiging vormt. De associated press publiceert de video, waarna plots alle ‘routes naar Egypte’ van de ‘internet kaart’ verdwijnen. Het enige stukje internet dat nog online is in Egypte is de Egyptian Stock Exchange. Want ook tijdens een crisis moet de schoorsteen roken…

Neo-luddistische utopist?

In welk kamp plaats ik nu mezelf? Wat mij betreft hebben zowel het utopistische als Neo-luddistische kamp valabele argumenten. Het zijn natuurlijk twee extremen en mijn achtergrond als politicoloog leert me dan ook dat de waarheid hoogstwaarschijnlijk ergens in het midden ligt. Nieuwe media hebben ongetwijfeld vele voordelen, maar er schuilen zeker ook enkele gevaren in. De Duitse psychiater Manfred Spitzer waarschuwt in zijn boek ‘Digitale Dementie’ dat het overmatig gebruik van internet en nieuwe media door jonge kinderen die er van jongs af aan mee opgroeien tot vroegtijdige dementie kan leiden. Dat is alvast een onrustwekkende gedachte. Hoewel niet iedereen akkoord gaat met zijn voorspelling (zie bv http://www.maurice.nl/2013/06/25/dwaallicht-spitzer/) zal pas over enkele decennia duidelijk worden of Spitzer effectief gelijk had. Onze beleidsmakers wachten best niet tot dan, want dan is het misschien te laat.  Of om af te sluiten deze levenswijsheid van Solon, een van de zeven wijzen: “‘Alles met mate’, ook nieuwe media (red.)”

Bronnen

Shirky, C. (2011). The Political Power of Social Media: Technology, the Public Sphere, and Political Change. Foreign Affairs. 28-41
Gladwell, M. (2011) Does Egypt Need Twitter?

http://www.wired.com/2011/12/gladwell-vs-shirky/all/

http://www.maurice.nl/2013/06/25/dwaallicht-spitzer/